Haar vader was Arnoldus Hubertus van Soest en moeder was Jacoba Mechtilda Rosalia Freulich.
Tante Mie. Of was het nu tante Maria?
Volgens mij werden beide namen voor haar gebruikt, maar ik noemde haar altijd tante Mie. Ze was het 6e kind in de familie, ze zou echter als jongste van alle kinderen overlijden. Slechts 62 jaar is ze geworden. Veel te jong dus.
En helaas is over haar het minste bekend en ook het minste in de oude documenten terug te vinden.
We zullen het puur met de herinneringen die we aan haar hebben moeten doen. En de herinneringen die we aan haar hebben zijn eigenlijk “algemene herinneringen” zoals we die aan de hele familie hebben.
Ook zij was een lieve en zorgzame vrouw. Een lief karakter, zoals de hele familie dit had. Maar echt specifieke dingen van haar en of hobby’s weet ik helaas niet.
Wel was ze in mijn herinneringen altijd een vrouw die ook samen met ome Chrit en ome Jeu het land op ging. En ook het stro na het maaien deed binden om hier vervolgens een grote hooimijt van te maken.
Ik kan me wel herinneren van mijn vakanties en bezoekjes in Broekhuizen dat ik wel eens met haar ging “voetballen”. We trapten toen de bal op het pannendak boven de loods waar de landbouwvoertuigen stonden en de kunst was dan de bal te vangen als deze weer ergens van het dak rolde.
Of samen met haar even naar de kippen om deze te voeren en de eieren te zoeken en rapen. Dat waren nog echte scharrelkippen.
En ik ben een keer met haar een stukje gaan rijden in hun nieuwe auto, een Renault Dauphine. Ik vond het toen al een leuke auto, maar vind dit nog steeds een leuke auto als je dit model nog eens ergens incidenteel ziet. En als de auto in de garage stond, werd er heel netjes ter bescherming een deken over gelegd.
Tante Maria met haar Renault Dauphine op de bruilof van tante Nella en ome Pierre
Maar zoals eerder aangehaald, eigenlijk is er weinig bekend over tante Mie.
Uit de meeste reacties die ik kreeg op de vraag “weet je wel iets van tante Mie”, dan kreeg ik van bijna iedereen de reactie “nee eigenlijk weet ik weinig van haar. Ik vond haar wel altijd een heel lieve tante”.
En ik denk dat we dit beeld dan ook van haar zo maar moeten vasthouden.
v.l.n.r. Mie – Sjaak – Clara foto van juli 1939
Wel wil ik nog één ding aanhalen dat tante Clara een keer over haar verteld heeft.
Eén ding dat heel vreemd was. Heel toevallig ? Maar ik kreeg er wel even kippenvel van: Tante Clara vertelde ons dat achter de woning aan de Broekhuizerweg altijd een oude perenboom heeft gestaan. Deze was “mooi van lelijkheid”.
Vanwege de ouderdom moest deze boom op enig moment omgehakt worden.
Ome Chrit en ome Jeu hadden toen van de stam een bloembak gemaakt door de stam overdwars af te zagen en “in te kepen”. Zo werd deze boom een nieuwe bloembak en de favoriete bloembak van tante Mie. Ze verzorgde deze “boomstakkenbak” en de planten daarin met extra veel liefde. Groot was toen de verbazing van ome Chrit, ome Jeu en tante Clara toen men constateerde dat ’s-Morgens na het overlijden van tante Mie de boom middendoor gebroken was.
Heel bizar ! Maar toeval ?